Amazon; de nieuwste legermacht in wording
Wie denkt dat Amazon enkel en alleen een gigantisch grote online retailer is, heeft het mis. De invloed van Amazon strekt zich over steeds meer plaatsen uit. Het bedrijf heeft zich de afgelopen jaren namelijk sterk beziggehouden met een plaatsje te verwerven binnen de Amerikaanse nationale veiligheid en politiek. Nu staat Amazon zelfs op het punt om een van de grootste aannemers van de Amerikaanse defensie te worden. Hoe is het zover kunnen komen? En vooral; wat zijn de gevolgen van een dergelijke machtsvermenging?
With government collaborate, you will
Misschien heb je ooit wel al eens vaagweg gehoord van JEDI. Nee, niet die van Star Wars, al is die ook best cool. Ik bedoel JEDI, de Joint Enterprise Defense Infrastructure. JEDI was in feite een contract voor het moderniseren van de informatietechnologieën van het Pentagon.
Tot voor kort was Amazon altijd in de running voor het befaamde JEDI-contract, tot de Amerikaanse president Trump opeens meldde dat hij die beslissing zou “herzien”. Of het een steek was naar Jeff Bezos toe, of iets helemaal anders, zullen we nooit weten. Net als die ene tweet over #covfefe, die tot op vandaag nog steeds tot de verbeelding spreekt. Maar we wijken af.
Op zich is het project JEDI, oftewel de update van systeemtechnologieën in het Pentagon, niet zo spannend. Geen wilde plannen om grotere vliegtuigen te bouwen, nog om supersonische raketten te lanceren. Het JEDI-project leek in eerste instantie gewoon ronduit saai; met als takenpakket de modernisering van datacentra en IT-systemen.
Misschien is het daarom ook even saai dat Amazon in de running was voor dat contract. Het geesteskind van Jeff Bezos is nu eenmaal wereldleider op het gebied van cloud computing. Ter illustratie: de AWS-divisie van Amazon genereerde in 2018 25 miljard dollar aan inkomsten. Dat zegt waarschijnlijk ook wel iets over hun expertise. Het ligt dus compleet voor de hand dat Amazon het JEDI-contract in de wacht zou slepen.
Het Pentagon is voorbijgestreefd
Vandaag ligt het niet meer zo voor de hand wie het contract in zijn schoot zal geworpen krijgen. Eén ding is echter zeker; het is duidelijk dat het Pentagon steeds meer afhangt van de Amerikaans technologiesector.
Dat heeft aan de ene kant misschien te maken met de prioriteiten van het Pentagon zelf. Een paar decennia geleden was het Pentagon nog de voorvechter van technologisch vernuft, met als bekendste voorbeeld daarvan het ARPANET, de voorloper van het wereldwijde web. Vandaag de dag worden de technologische snufjes van het Pentagon sterk overschaduwd door de technologische krachtpatserij van Silicon Valley. Wat betreft cloud bijvoorbeeld, zijn de pogingen van het Pentagon redelijk verwaarloosbaar. De technologische gloriedagen van de Amerikaanse defensie lijken dus voorgoed voorbij.
Toch voelt het nogal vreemd aan dat een technologiebedrijf zijn tentakels zou uitspreiden tot bij de overheid. In de meeste gevallen is Silicon Valley zelfs een grote criticus van de Amerikaanse overheid en bepaalde beleidsrichtlijnen. Waarin verschilt Amazon dan zo van de rest? Misschien heeft Amazon nu de macht om zelf het beleid mee vorm te geven?
De jarenlange geschiedenis met Amazon
De geschiedenis van Amazon met de overheid dateert al van jaren terug. In 2003, schreven twee Amazon-medewerkers, Benjamin Black en Chris Pinkham, een paper waarin ze een gestandaardiseerd en virtueel serversysteem beschrijven dat bedrijven zou kunnen voorzien van computerkracht, data-opslag, en infrastructuur. Wie dat wilde, zou niet meer gebruik hoeven te maken van zijn eigen servers, maar kon gewoon servers huren. Voor ons vandaag de dag niet meer dan normaal; voor Amazon en de rest van de technologiewereld was het revolutionair. Het duo presenteerde hun idee aan Jeff Bezos, die er meteen een mooie kans in zag. Vandaag de dag heeft Amazon Web Services verschillende klanten, waaronder Netflix, Airbnb en GE. En misschien binnenkort ook het Pentagon?
Infrastructuur aanbieden aan andere bedrijven zette dan ook meteen de deur open naar overheidsbedrijven. In 2013 scoorde Amazon een contract met de CIA voor het verzorgen van diens cloud computing. De deal, die meer dan 600 miljoen dollar waard was, katapulteerde Amazon tot een van de grootste aannemers voor binnen de nationale veiligheidssector.
Sindsdien is de samenwerking tussen Amazon en de Amerikaanse overheid in een stroomversnelling terecht gekomen. Amazon investeert de laatste tijd opvallend veel in nieuwe datacentra in Noord Virginia. Al die contracten met de overheid werden overigens afgesloten met opvallend weinig wrevel.
Opvallende contradictie
Dat in tegenstelling tot de relatie van het Pentagon met andere technologiebedrijven. In 2015 ging Apple nog lijnrecht in tegen de FBI, wanneer het werd gevraagd om een telefoon te hacken van een van de daders van een schietpartij in San Bernardino in Californië. Google trok zich op zijn beurt terug van de onderhandelingen over het JEDI-contract (ja, Google was ook ooit in de running) nadat Google-werknemers hun bedrijf openlijk aan de schandpaal hadden genageld in het kader van Project Maven. De werknemers van Amazon hebben wel van zich laten horen toen bekend raakte dat Amazon diensten verleende aan de Amerikaanse immigratiedienst. Amazon-werknemers schreven daarop prompt een open brief waarin ze het “immorele Amerikaanse beleid” aanklagen. Tot nu toe heeft de brief weinig tot geen effect gehad. Waarom zou het ook? Amazon werkt al jaren samen met de Amerikaanse overheid, en een werknemersrevolte geschiedt in alle gelederen van Amazon wel regelmatig.
Gemiste kans
De beweegredenen voor Amazon om zich steeds meer in te werken in de Amerikaanse overheid mogen duidelijk zijn; machtswellust en winstbejag. Goed voor Amazon. Spijtig alleen dat een bedrijf van zo’n kaliber niet meer zijn invloed uitoefent om bepaalde politieke statements te maken. Amazon zou met zijn invloed heel wat mensen achter een gezamenlijk doel kunnen scharen, zoals pakweg de klimaatverandering. In de plaats daarvan kiest het voor een samenwerking met het Amerikaanse leger.
