Waarom de zelfrijdende auto van Apple nu toch écht onderweg lijkt

Apple leek zich terug te trekken uit de nichemarkt van autonome voertuigen toen in januari 2019 zo’n 200 werknemers van het Project Titan werden overgeplaatst. Titan is het mysterieuze project dat eens begon om een elektrische auto te ontwikkelen maar dat de focus verlegde naar het ontwikkelen van een kunstmatige intelligentie voor autonome auto`s. Op een geheime locatie in Sunnyvale, nabij het hoofdkantoor in Cupertino, zijn sinds 2014 meer dan 5.000 werknemers uit de auto-industrie en andere auto-gerelateerde gebieden, zoals onderzoekers met specialisaties in batterijtechnologie en autonome systemen, bezig met dit project. Daar werken ze aan vernieuwende concepten, zoals bolvormige autobanden waarmee de auto zijwaarts kan rijden. Maar enkele weken terug kocht de gigant uit Cupertino de start-up Drive.ai. Drive.ai stond op het punt om de deuren te sluiten en was al langere tijd op zoek naar een partner, en de overname door Apple wordt ook wel een `acqui-hire` genoemd, waarmee bedoeld wordt dat Apple voornamelijk geïnteresseerd is in de specialisten van Drive.ai.

Drive.ai

Drive.ai, in 2015 te Mountain View opgericht door voormalige lab-partners uit Stanford’s Artificial Intelligence Lab, werd bekend voor het maken van kits die een traditioneel voertuig in een autonoom voertuig kunnen veranderen. Deze kits met deep learning mappingsoftware maken gebruik van LIDAR (Laser Illuminating Detection and Ranging: zorgt voor een zeer nauwkeurige 360-graden detectie), radar, GPS en optische camera’s om wegmarkeringen en verkeerssignalen te identificeren.

In juli vorig jaar startte Drive.ai samen met de stad Frisco in Texas een pilotproject voor een autonome shuttledienst. Eerder had het bedrijf in vier maanden elke centimeter van de route, inclusief parkeerterreinen, gedetailleerd in kaart gebracht en een anderhalf miljoen kilometer in een simulator getest, om op al het onvoorziene voorbereid te zijn. De auto’s hebben schermen aan de buitenkant die met symbolen, emoji’s en andere visuele aanwijzingen weergeven wat de auto aan het doen is – bijvoorbeeld een rijstrookwisseling of rechtsaf slaan – zodat andere verkeersdeelnemers niet voor een verrassing komen te staan.

Een volgend project, met 7 elektrische Nissan NV200’s, vervoert passagiers op routes tussen het Dallas Cowboys-stadion, een kantorenpark, een congrescentrum, het Texas Rangers-stadion en de universiteit van Texas in Arlington. Terwijl de busjes aanvankelijk een copiloot hebben voor veiligheidsredenen is Drive.ai van plan om in 2021 de auto’s volledig autonoom te laten rijden, op het zogenaamde ‘Niveau 4’. Dit veelgebruikte systeem van niveaus om autonomie aan te duiden is ontwikkeld door de Society of Automobile Engineers (SAE) waarin het pad naar de volledig autonome auto wordt opgedeeld in 5 fases. In de eerste fase wordt elektronica geïntroduceerd die de chauffeur helpt- dit begon al in de jaren ’80. In niveau 2 en 3 kan meer geavanceerde elektronica de controle al deels overnemen zoals “lane assist” en “adaptieve cruise control”, maar na niveau 3 worden de auto’s volledig autonoom. Auto’s van niveau 4 zijn “ontworpen om alle veiligheidskritieke rij functies uit te voeren en de rijwegomstandigheden gedurende een hele reis te controleren.” Maar dit is beperkt tot het “operationeel ontwerpdomein” van het voertuig, wat betekent dat dit niet elk rijscenario beslaat. Op niveau 5 kan de auto alle omstandigheden en situaties aan, net zo goed als een menselijke bestuurder.

De Grotten van Han

Welnu, het is precies een soortgelijk project waarmee Vias in Han-sur-Lesse een shuttle test op de openbare weg, op een vast parcours van 500 meter van de parking van de Grotten van Han tot aan het gemeenteplein, als een leuk en vernieuwend alternatief voor de nostalgische tram. Tot dusverre zijn er weinig technische problemen geweest en geen ongelukken, en de lokale bevolking is er al aan gewend. Een maand later, eind 2018, begon in Eigenbrakel een soortgelijke shuttle te rijden vanaf de Leeuw van Waterloo tot aan de hoeve van Hougoumont. Behalve dat dit parcours 5 maal zo lang is zit er ook veel meer variatie in de omgeving, zoals bomen, boeren met tractoren en wegversmallingen. Stef Willems van Vias stelt dat autonome voertuigen ook veel veiliger zijn: ‘een zelfrijdend voertuig drinkt niet, valt niet in slaap en is niet op zijn smartphone bezig.’

Volgens specialist Pieter Morlion van UGent moeten we de komst van autonome voertuigen gebruiken om de infrastructuur voor elektrisch rijden te stimuleren en een shift te maken in mobiliteitscultuur van autobezit naar autodelen. Hard nodig wanneer men bedenkt dat Vlaanderen op vlak van CO²-uitstoot een tegenkoers vaart. Om aan de normen te voldoen is de overgang naar elektrisch rijden een uitstekend idee: in 2016 was elektriciteit gemiddeld 39 procent schoner dan interne verbrandingsmotoren en dit zal toenemen tot 67 procent in 2040 met toenemend gebruik van schone energie. Elektrische auto’s geven ook veel minder geluidsvervuiling, alhoewel de sterkere acceleratie de autobanden veel sneller doet slijten. Al met al zijn elektrische auto’s duurder in de aanschaf, maar veel goedkoper in het onderhoud. De grootste kostenpost is het vervangen van de batterij maar de prijs, prestatie en reikwijdte hiervan verbetert snel, en bovendien zijn de kosten voor een “volle tank” slechts rond de €10. Ook kun je met zonnepanelen zelf de benodigde stroom opwekken, of wellicht de nieuwe Lightyear One overwegen, waarvan het design gedaan werd door onze Lowie Vermeersch. Deze Lightyear One is een zonnemobiel die zich onder het rijden oplaadt en zelfs in onze contreien in maar liefst 60% van de energie benodigd voor rijden kan voorzien; dát is een auto die het licht van de zon niet ontkent!