Nederlander hecht nog sterk aan e-mail

Smartphonegebruikers spenderen gemiddeld 3,1 uur per week aan sociale netwerken, en 2,2 uur aan e-mail. Op de pc is het andersom.

Op de computer besteden consumenten gemiddeld 5,1 uur per week aan e-mail en 3,8 uur aan sociale netwerken. Dit concludeert het Nederlandse instituut TNS NIPO, dat een internationaal onderzoek deed naar online gedrag.

Voor de studie Digitale Life werden 50.000 respondenten uit 46 landen ondervraagd. Dit is goed voor informatie over 88 procent van de online wereldbevolking.

[related_article id=”152275″]

De meerderheid van de consumenten geeft aan dat zij in de toekomst meer zal netwerken via de telefoon dan via de computer. Deze trend zet nog harder door in groeimarkten, met name in Azië.

Opkomende markten
61 procent van de online wereldbevolking is dagelijks op internet. Internet staat overigens op nummer 1 in mediaconsumptie. Bloggen en foto’s delen zijn daarentegen vooral populair in groeimarkten. Zo heeft 88 procent van de Chinezen een blog en heeft in Thailand (92%), Maleisië (88%) en Vietnam (87%) bijna elke internetgebruiker wel eens foto’s op een sociaal netwerk geplaatst.

In de Verenigde Staten heeft minder dan een derde een blog en in Nederland deelt minder dan de helft kiekjes op het net.

Op een computer spenderen internetters in opkomende markten meer tijd aan sociale netwerken dan aan e-mail (5,2 uur tegenover 4,2 uur per week). Maleisië (9 uur), Rusland (8,1 uur) en Turkije (7,7 uur) hebben de meeste actieve gebruikers.

Nederland passief
Nederlanders besteden slechts 2,3 uur aan sociale netwerken per week. Ook mobiel internet wendt de Nederlander vooral aan voor e-mail. 2,2 uur per week beantwoordt en leest hij zijn e-mail via zijn smartphone. Slechts 1,2 uur van zijn mobiele internettijd is voor sociale netwerken.

Conclusie van Martin Warmelink, directeur van het Nederlandse onderzoeksbureau TNS, is dat web 2.0 voorbijgaat aan de massa, die internet als iets heel gewoons ziet. Deze groep blijft hangen in passief gebruik.

“De resultaten van Digital Life laten zien dat Nederland, en eigenlijk een belangrijk deel van West-Europa, op heel veel gebieden online wordt ingehaald door een groot aantal opkomende markten, zoals China en Brazilië. Daar, waar de afgelopen jaren fors is geïnvesteerd in de infrastructuur, nemen mensen veel actiever deel. Het zijn onze jongeren die ervoor zorgen dat Nederland niet helemaal in de achterhoede belandt”, meent hij.