Datacenters, uw data waard?
In geen geval wil je dat je hart stil komt te liggen, of, als het dan toch voorvalt, liefst zo kort mogelijk. Met deze analogie in het achterhoofd is het niet moeilijk te stellen dat streven naar een optimale beschikbaarheid van je datacenter een must is, niet alleen voor de multinational maar ook voor de bescheiden kmo.
In wiens handen plaatsen Belgische bedrijven hun data? Uit een enquête van Smart Business die ondertussen zo’n 300 reacties verzamelde, blijkt dat men zijn bedrijfsgegevens het liefst zo dicht mogelijk bij zich houdt: “Iets meer dan 50 procent huist zijn data binnen de bedrijfsmuren,” licht Bart Stoffels toe, hoofdredacteur van Smart Business. Met 17 procent was een combinatie van diverse locaties (on-premise, extern datacenter, publieke cloud) de tweede meest populaire keuze. De publieke cloud (12 procent) vervolledigt dat podium.
Outsourcen geen taboe
Volgens Jan Roels, Senior Sales Manager van CTAC, is je datacenter volledig in eigen beheer houden niet altijd de meest verstandige keuze. Roels wikt zijn woorden niet: “Mind your own business. Heb je er weinig verstand van, laat het dan over aan de kenners.” Dat een dergelijke aanpak heel wat vruchten kan afwerpen, toont het succesvolle verhaal van de kmo Warehouses De Pauw (WDP).
Het onderhoud van het datacenter viel bij WDP grotendeels onder de verantwoordelijkheid van één persoon. Toen in 2014 echter de SAP-servers aan vernieuwing toe waren, greep het bedrijf de kans om zijn aanpak om te gooien en stapte het over naar een hostingoplossing met behulp van CTAC. De omschakeling hield de kosten gedrukt, verminderde het risico van dataverlies gevoelig en zorgde ervoor dat de IT-verantwoordelijke de handen vrij had om zich te storten op projecten die de zakelijke interesses van WDP vooruithielpen. “Je IT in handen leggen van bedrijven die daar zich daar dagelijks mee bezig houden, zou geen taboe mogen zijn,” aldus Roels.
DCIM als dashboard
Nog zo’n kmo die het maximale haalt uit outsourcing is AlphaCloud, dat een Tier 3+ datacenter van 2.000 vierkante meter beheert in Mechelen. Drie vaste werknemers concentreren zich op de kerntaak, namelijk het onderhoud van de servers. Een van de belangrijkste applicaties die maakt dat die regeling gesmeerd loopt, is Datacenter Infrastructure Management (DCIM): “Voor ons is DCIM even cruciaal als pakweg het dashboard van je auto,” stelt Aernout De Beurme, Operations Manager bij AlphaCloud. “We zorgen er dan ook voor dat dit continu geüpdatet wordt.”
Dankzij de software en de ervaring die Alphacloud ondertussen heeft opgebouwd, kan het bedrijfsteam snel bepalen welke problemen binnen het datacenter prioritair zijn. Het stelt hen ook in staat om hun klanten een automatische melding te sturen wanneer een probleem zich voordoet op de locatie.
G-cloud voor de overheid
Warehouses De Pauw en AlphaCloud zijn beide jonge bedrijven die zeer bewust keuzes hebben kunnen maken over waar ze hun data plaatsen. Maar wat als je organisatie een lange geschiedenis heeft, zodat de IT-component eerder organisch gegroeid is samen met de evoluties in hard- en software, en waarbij de beslissingsnemers gedurende die periode ook nog eens verschillende wissels doormaakten? Smals ging aan de slag om de legacy IT bij de federale overheid een broodnodige make-over te geven en bouwde daarvoor de “G-cloud” oftwel de Government-cloud.
“De overheid had datacenters op 40 verschillende plekken. Geloof me, sommige van die locaties had je niet willen zien. We hebben die verspreiding uiteindelijk teruggebracht tot vier primaire datacenters in Brussel,” vertelt Smals CEO Frank Robben. De G-cloud is gebaseerd op een hybride model, wat uitdagingen inhoudt zowel op het vlak van beveiliging als privacy. De vernietiging van Safe Harbor, het privacy-akkoord tussen de EU en de VS, maakt dat laatste tot een heet hangijzer. “Er wordt zoveel mogelijk met de publieke cloud gewerkt waar kan, maar persoonlijke gegevens worden daar niet bewaard,” verklaart Robben.
De toekomst van het datacenter
Mogen we de komende jaren ingrijpende veranderingen verwachten aan het uiterlijk of innerlijk van het datacenter? Volgens Laurens Van Reijen, CEO van LCL, is er zonder twijfel iets aan het bewegen in de serversector. “Er is een omschakeling gaande,” zegt Van Reijen. “Waar lang IBM, Dell en HP domineerden als afnemers van servertechnologie, is die poule nu veel groter geworden. Er zijn verschillende spelers bijgekomen, zoals Google, Facebook, Amazon en Microsoft.”
Met name Facebook probeert bewust iets in gang te zetten met het Open Compute Project (OPC), waarmee het de designs van zijn datacenter gratis ter beschikking stelt. Daarnaast heeft ook HP een potentieel markt veranderend product in ontwikkeling, een project dat nu nog de codenaam “The Machine” draagt en waarmee het de configuratie van een datacenter radicaal wil omgooien.
Ook op het vlak van stroomtoevoer, netwerkcapaciteit en de koppeling van clouds tussen verschillend providers ziet Van Reijen een verschuiving plaatsvinden in de komende jaren, maar geen drastische transformaties. “De datacentersector zal de volgende jaren een evolutie ondergaan, geen revolutie.”