Nieuws

Q&A software: Software development

 

1. Wat zijn de meest gebruikte ontwikkelomgevingen?
Vooralsnog zijn Microsofts programmeeromgeving .Net en Suns Java de omgevingen die door bedrijven het vaakst worden ingezet. Beide bieden hun eigen ontwikkeltools en softwarebibliotheken (modules van direct bruikbare code), en draaien de ontwikkelde code via een tussenlaag bovenop het besturingssysteem. Het zijn twee heel gelijkaardige maar gescheiden werelden. Daarom ging men er lang vanuit dat maar één van die twee succesvol zou zijn. In de praktijk blijkt nu dat ze nog een hele tijd naast elkaar zullen blijven bestaan. Er gaat daarom ook meer zorg naar een brug tussen beide.

2. Waarin verschillen Java en .Net?
Het belangrijkste verschil: de .Net-technologie is eigendom van Microsoft. Dat heeft als voordeel dat alle ontwikkelinstrumenten goed op elkaar zijn afgestemd. Ontwikkelen in .Net betekent in de praktijk: ontwikkelen in Microsofts eigen Visual Studio-omgeving, die een goede reputatie heeft.

Java is afkomstig van Sun, maar de broncode is gepubliceerd volgens het openbronmodel. Er is voor Java een grote keuze aan ontwikkelinstrumenten, van verschillende producenten. De jongste jaren is Eclips de populairste geworden.

.Net-programma’s draaien alleen bovenop Windows en u kunt ze dus niet gebruiken op hardware waar geen Windows-versie voor bestaat, zoals een IBM-mainframe.

Java, daarentegen, draait op zowat alle denkbare hardware, van een pda tot een mainframe (weliswaar niet altijd zonder wijzigingen). Dat vereist wel dat er op dat systeem een Java Runtime Environment draait.

Ook .Net-programma’s draaien op zo’n tussenlaag, de Common Runtime Engine, maar die is alleen voor Windows beschikbaar (al loopt er een project, Mono, om .Net ook op Unix en Linux te draaien). Die tussenlaag kan wel aangesproken worden vanuit verschillende programmeertalen. .Net-code wordt meestal geschreven in Microsofts eigen programmeertaal C#, maar ontwikkelaars kunnen net zo goed gebruikmaken van C++, Visual Basic, Cobol of zelfs van het op Java gelijkende Visual J#. Het .Net-framework (de software die nodig is om .Net-programma’s te draaien) wordt standaard meegeleverd met Windows.
 

 

 

3. Heeft een ontwikkelaar nog alternatieven?
Toch wel. Vooral voor webtoepassingen (en heel veel bedrijfstoepassingen vallen daar vandaag ook onder) is er een steeds groter aanbod, vooral met de groeiende interesse voor rich internet applications (RIA’s). Voor de gebruikersinterface wordt dan weer vaker gegrepen naar Ajax, wat een verzameling verschillende technologieën is waaronder de (ondanks de naam niet rechtstreeks aan Java verwante) scripttaal Javascript.

Maar ook andere keuzes dringen zich op aan clientkant. Adobe bouwt voort op zijn Flash-platform met onder meer Flex, een ontwikkelomgeving om RIA’s te bouwen. Microsoft heeft daar uiteraard ook zijn eigen oplossing voor klaar: Silverlight.

Aan de kant van de server wordt vooral in de openbronwereld heel wat ontwikkeld in de scripttaal PHP. Ruby on Rails is nog een omgeving waarover veel gepraat en geschreven wordt.

4. En de oudere ontwikkelomgevingen?
Die zijn nog lang niet dood. Heel wat bedrijven gebruiken nog met succes de zogenoemde 4GL-omgevingen uit de jaren ’90. Dat zijn programmeeromgevingen die speciaal ontwikkeld zijn om snel een zakelijke toepassing te schrijven. Voorbeelden zijn Delphi, Progress en het minder gebruikte Uniface. Die programma’s draaien alleen in hun eigen runtime omgeving, en die is niet gratis.
 

Gerelateerde artikelen

Volg ons

69% korting + 3 maanden gratis

69% korting + 3 maanden gratis

Bezoek NordVPN

Business