Blog

Alle macht aan de netbedrijven

Tim O’Reilly heeft begrepen dat er geld te verdienen valt
met openbronsoftware. Hij doet dat niet door dozen software
te verkopen, maar door kennis erover te commercialiseren.

Op zijn conferentie EuroOscon (European Open Source
Convention) spraken we hem over de toekomst van software.

IT Professional: Levert open source werkbare zakenmodellen
op?

Tim O’Reilly: Absoluut. Maar de commercialisering van vrije
software is al lang aan de gang, al van voor RedHat zelfs. De
eerste die geld verdiende aan vrije software was UUnet, uit
de ISP-industrie. Ze verkochten toegang tot vrije software.
Dat was al meteen het juiste zakenmodel: software-as-a-service.
Maar daarna raakte iedereen afgeleid door bedrijven
als RedHat. Daar herkende men een bekende bedrijfsactiviteit
in: software verkopen.

Software-as-a-service is al langer aanwezig, maar dan niet
van openbronbedrijven. Dat is wat Google en Yahoo zijn. Ze
verkopen software als een dienst en maken die ten gelde. Ze
doen dat niet door software of licenties te verkopen, maar
via advertenties. De software is niet openbron, maar wel gebaseerd
op vrije software.

Wat zal het effect zijn van die software-as-a-service?
Er zal met software hetzelfde gebeuren als destijds in de pcmarkt
met hardware gebeurde. IBM gaf op een bepaald moment
specificaties vrij van zijn computer, om componenten
van verschillende leveranciers te kunnen kopen. Hun monopolie
werd daarmee doorbroken en hardware werd gemeengoed.
Pc’s waren opeens heel goedkoop. Daardoor verloor
de pc zijn waarde niet, maar migreerde de waarde van hardnaar
software, een stap hoger in de stack dus.

Op dit ogenblik is software vrij beschikbaar. Vrije software
en open standaarden maken software ook tot een verworvenheid,
net zoals met hardware gebeurd is. Het is opeens
gemakkelijk om een start-up te beginnen met de beschikbare
vrije software. Als starter moet je het wiel niet opnieuw
gaan uitvinden. Wel moet je met je dienst een toegevoegde
waarde kunnen aanbieden.

De waarde gaat dus weer een trap hoger in de stack, in de
dienst: software-as-a-service. Ik denk dat we daardoor weer
in een wereld zitten die proprietary aan het worden is. Kijk
naar Google, dat veel diensten aanbiedt: zij zijn heel proprietary,
heel geheimdoenerig. Op veel manieren zijn ze net
als Microsoft. De zeloten van vrije software missen daar een
beetje het punt. Software kan dan wel allemaal vrij zijn, toch
kan je op andere manieren nog vastgezet worden.

Wat met de bedrijven die nu bezig zijn met software?
De hele software-industrie wordt gemeengoed. Denk terug
aan 1990. Mensen wisten toen nog niet hoe machtig Microsoft
zou worden en hoe onbelangrijk hardwaremakers konden
zijn. Ze raakten al hun macht kwijt, al hun marge. We
zagen een golf van consolidatie. De tweede belangrijkste
computermaker wordt overgenomen door een pc-maker. Die
pc-maker werd dan weer overgenomen. HP overleefde wel,
maar we zagen veel spelers die met kleine marges werkten.
Alle marge verhuisde naar de softwaremakers.

Nu denk ik dat alle macht naar de netbedrijven zal gaan. Microsoft
snapt dat en ze zullen een speler worden. Maar nu
zijn het alleen Microsoft, Yahoo, Google en Amazon die belangrijke
spelers kunnen worden. Ik denk dat een bedrijf als
Oracle ‘toast’ is. Het zal niet weggaan, maar zijn marges zullen
slinken. MySQL zal de databasemarkt gemeengoed maken.
Oracle zal er in 2011 uitzien als Compaq nu. Misschien
veranderen ze, zoals HP, dat een heel ander bedrijf is geworden.
Maar dat acht ik onwaarschijnlijk.

Is Web2.0 een vloek of zegen voor open source?
Amazon is een interessante en erg succesvolle outsider. In
plaats van te roepen: ‘Gebruik onze site, gebruik onze data’,
bouwt Amazon gewoon infrastructuursoftware, een platform.
Als Google en Yahoo niet opletten, zit Amazon op de
bestuurderszetel van Web2.0. Meer en meer mensen gaan
op hun systeem bouwen. Het internet wordt een platform.
Mensen maken de afweging en beslissen: ‘Dit maakt mijn leven gemakkelijker, ik gebruik jou diensten.’

Voor de pc gebeurde het ook. Iedereen moest eigen drivers
schrijven. Toen kwam Microsoft dat die taak overnam. Dat
was een goede deal, want je moest niet meer aan de beslommeringen
denken, enkel nog aan de toegevoegde waarde.

Maar we werden wel stilaan gevangen gezet met Windows.
Ik denk dat zoiets nu aan de gang is met Google maps. Mensen
vinden die service echt gemakkelijk. Maar wat als Google
alle concurrentie naar huis fietst en dan het domein van
lokalisering beheerst? Lokalisering, die tegen dan in veel
webtoepassingen wordt ingepast, zal in handen zijn van één
bedrijf. Dat monopolie kunnen ze ooit omzetten.

Moet de overheid optreden tegen een lock-in door software-
as-a-service?

Overheden moeten hun neus uit zaken houden. De markt zal
zichzelf moeten reguleren. Ik denk trouwens niet dat overheden
weten wat ze moeten doen. Ik denk dat niemand van ons
het weet. Feit is dat de toekomst niet is als het verleden en
dus moeilijk met wetten te regelen valt. Ik denk dat we een
systeem een poos moeten laten draaien, tot we weten hoe
het werkt. Ik zeg niet dat overheden geen rol moeten spelen,
maar premature wetgeving zal zeker fout zitten.

De overheid moet wel iets doen aan het beheer van persoonsgegevens,
mensen de mogelijkheid geven om hun eigen
informatie te controleren. Maar het is beter te weinig te
doen, dan te veel. Eens de overheid in het spel komt, winnen
meestal de mensen die lobbyisten kunnen betalen.

Wat brengt de toekomst voor bedrijven die vrije software
willen gebruiken?

Bedrijven zijn altijd de laatste om te veranderen. Ze zijn nog
steeds verbaasd dat ze Linux kunnen gebruiken in plaats van
Solaris, of MySQL in de plaats van Oracle. Er zal dus een golf
van adoptie komen over het volgende decennium. En iedereen
zal staan te kijken van de opgang van vrije software.

Maar dan komt er die andere golf, waarbij individuen binnen
die bedrijven gebruik gaan maken van software-als-eendienst.
Mensen gaan ook afhangen van die diensten. En de
services zijn niet vrij. Dan wordt opeens duidelijk dat de belangrijkste
diensten die in het bedrijf worden gebruikt, niet
vrij zijn.

Is de openbrongemeenschap niet geweldig inefficiënt?

Ik denk dat open source net heel succesvol was in het afleveren
van consistente software. Ja, er waren forks, afsplitsingen
van softwareprojecten. BSD heeft forks links, rechts en
in het midden. Apache heeft forks en er zijn veel verschillende
Linux-distributies. We zien een gezonde competitie, maar
geen significante verschillen. Als je het vergelijkt met de pc,
daar waren bedrijven die kwamen met eigen hardware, maar
dat werkte niet. Het competitieve voordeel kwam vooral uit
standaardisering.

Ik denk dat forks niet problematisch zijn. Apache is een geweldig
tegenvoorbeeld. Een licentie die toelaat om te forken,
om proprietary forks te maken. Waarom? Een van de redenen
is dat netwerken standaardisering vereisen. Beide einden
van het netwerk moeten dezelfde taal spreken. Dat is waarom
Microsoft niet de bovenhand haalde in de browseroorlog,
omdat ze nog steeds met een Apache-server moesten werken.
Als ze beide kanten gecontroleerd hadden, zouden we
in een geheel andere situatie zitten. Maar Apache speelde
geen spelletjes en bleef gewoon bij standaarden. Dat was
hun voordeel. Niemand heeft Apache al succesvol kunnen
forken.

Wat zal de volgende innovatie zijn, na web2.0?

Om innovatief te zijn, moet je uitkijken naar manieren waarop
de toekomst zal verschillen van het verleden. En je moet
de nieuwe regels voor zaken verstaan. Als ik vandaag een
bedrijf zou stichten, zou het een webbedrijf zijn. Hoewel ik
denk dat we voorbij dat stadium zijn. Web 2.0 is de tweede
bubble. Veel van die bedrijfjes gaan worden overgenomen.
De groten gaan meer geld binnenrijven.

Als je echt ergens ander wil gaan, is er fysical computing. Er
is meer en meer een trend aan de gang om dingen slim te
maken: applicaties maken die met de echte wereld interageren.
Dat staat tegenover computers als computers. We zullen
veel toepassingen zien, gebaseerd op sensors en dingen zoals
‘The Availabot’ van Max Webb. Dat is een stuk speelgoed
dat toont of iemand online is. ‘Second life’ is interessant omdat
mensen real world spaces beginnen te simuleren. Maar
je hebt ook mensen die met Google Sketch up bouwplannen
online zetten, bijvoorbeeld. Robotics is ook heel interessant.
Als ik ondernemer was, dan zou ik naar iets kijken dat te maken
heeft met ‘stuff’.

Gerelateerde artikelen

Volg ons

69% korting + 3 maanden gratis

69% korting + 3 maanden gratis

Bezoek NordVPN

Business