Een smartphone kopen: welke specs zijn echt belangrijk?
Een nieuwe smartphone uitkiezen kan gepaard gaan met keuzestress. Het is immers een aankoop die je niet te licht moet nemen. Een nieuwe smartphone kost je toch al snel (afhankelijk van in welke prijsklasse je begeeft) een paar honderden euro’s. Dan wil je natuurlijk een toestel dat voldoet aan je eisen en ook lang genoeg mee kan gaan. Het loont dus zeker de moeite om verschillende toestellen met elkaar te vergelijken om te onderzoeken welke de beste prijs-kwaliteitverhouding bieden.
Om die vergelijking te maken, kan je je baseren op de specificaties van het toestel. Bij webshops krijg je voor elk smartphonemodel een hele lijst cijfers en afkortingen waar je jezelf moet doorworstelen. De algemene specificaties scheppen een beeld van wat een bepaalde smartphone wel of niet kan en bevatten dus zeer nuttige informatie. Maar, je mag je er ook niet door laten verblinden. Fabrikanten maken gretig gebruik van die specificaties in hun marketingpraatje, waarbij ze bepaalde aspecten veel mooier laten klinken dan ze in werkelijkheid zijn. Ook is het verleidelijk om te denken dat meer geheugen, meer megapixels in de cameralens of een grotere batterij altijd beter is. Je moet dus met enige kritische zin naar die cijfertjes kijken. Dit zijn de specificaties die echt een rol spelen.
Batterij
Een aspect om zeker naar te kijken is de batterijcapaciteit van je smartphone. Je wil immers niet in het midden van de dag al zonder batterij zitten en geen oplader bijhebben. Je hebt grote verschillen in batterijcapaciteit bij smartphones. De iPhone SE 3 bijvoorbeeld, doet het met een bescheiden batterij van 2018mAh, terwijl sommige smartphones een stevige batterij van 5000mAh of meer hebben. Bij ‘normaal gebruik’ zal je ongeveer een 2000mAh per dag verbruiken, dus dat is alleszins de minimale capaciteit om een volledige dag te kunnen overbruggen zonder oplader of powerbank.
Maar even belangrijk voor de batterij is hoe zuinig en efficiënt je de energie verbruikt. Zit je heel de dag door te gamen of video’s te kijken, terwijl je socialmedia-apps actief blijven op de achtergrond? Dan zal zelfs een 5000mAh-batterij op het einde van de dag naar extra sap snakken. Een batterij moet je natuurlijk ook opladen. Voor sommige fabrikanten is die oplaadsnelheid het stokpaardje geworden. Ze pakken er graag mee uit dat hun nieuwste smartphone in x-aantal minuten kan opladen naar 50 en 100 procent. Is die oplaadsnelheid nu echt belangrijk? Het is een luxe dat je je smartphone ’s ochtends een half uurtje aan de lader hoeft te hangen om een dag verder te kunnen, maar een noodzaak kan je het niet noemen. Een smartphone is dus niet beter omdat die aan 67W kan opladen in de plaats van 50W.
Software en updates
De software heeft een zeer grote impact op de gebruikservaring. Als de lay-out je niet visueel aanspreekt of je voortdurend naar de juiste instellingen moet zoeken, zal je geen vrienden worden met je smartphone. Het smartphonelandschap wordt verscheurd door de tweestrijd tussen Android en iOS. Apple-fans zweren bij dat laatste en zullen nooit of te nimmer een Android-smartphone kopen. Maar ook binnen het Android-ecosysteem heerst er verdeeldheid. Dat komt omdat elke fabrikant zijn eigen software toevoegt aan de Android-schil van Google. Samsung-smartphones draaien op OneUI, OPPO-smartphones op ColorOS, Xiaomi-modellen op MIUI enz. De overstap zal minder groot aanvoelen tussen verschillende Android-merken, maar elke softwarelaag legt toch zijn eigen accenten.
Om die reden zien we dat consumenten toch vaak bij hetzelfde merk willen blijven als ze een nieuwe smartphone aankopen. Welke software het best bij jou past, is iets dat je zelf moet aanvoelen. Er is wel één objectieve vergelijking die je kan maken: de ondersteuning die de smartphone van de fabrikant krijgt. Je hebt twee soorten updates: één grote jaarlijkse software-update naar de nieuwste versie van een besturingssysteem en beveiligingsupdates die je maandelijks of per kwartaal opgestuurd krijgt. Vooral die laatste zijn belangrijk voor de beveiliging van je smartphone. Een smartphone die aan het einde van zijn ondersteuning is gekomen, is geen duurzame investering.
Apple is het te volgen voorbeeld als het aankomt op het ondersteunen van hun smartphones. iPhones kunnen gemiddeld vijf à zes jaar lang rekenen op de laatste updates; zelfs de iPhone 7 uit 2016 zal nog iOS 16 krijgen. Android-fabrikanten zijn stilaan wel een inhaalbeweging aan het maken. Gemiddeld krijg je één tot twee grote software-upgrades en twee à drie jaar beveiligingsupdates; sommigen merken zoals Samsung hebben dit al opgetrokken naar vier tot vijf jaar. Voor budgetsmartphones wordt de ondersteuning vaak wel vroeger stopgezet.
Processor
De processor van je smartphone is de motor die alles doet draaien en net zoals bij een wagen geldt: hoe meer paarden onder de motorkap, hoe sterker de geleverde prestaties zullen zijn. Een krachtige processor is dus zeker geen overbodige luxe. Hoe krachtig een processor precies is, hangt af van het aantal processorkernen dat in de chip geïntegreerd zit. Zwaardere taken zullen dan over de verschillende kernen verdeeld worden om sneller en vooral energiezuiniger te werken. Geraakt een kern overbelast, dan wordt een opdracht doorgezet naar een andere kern. Zitten alle kernen vol, dan moet de eerstvolgende opdracht een nummertje trekken en zijn beurt afwachten.
Hoe meer kernen, hoe beter de taken dus verdeeld kunnen worden. De totale rekencapaciteit van alle kernen samen wordt de ‘kloksnelheid’ genoemd; dit getal drukt het aantal instructies uit dat elke seconde kan verwerkt worden. Processoren voor smartphones beginnen bij een ‘dual-core’, die dus uit twee kernen bestaat en dit type vind je doorgaans terug bij goedkopere toestellen. Dit zijn dus niet de krachtigste en snelste processoren, maar als je het bij simpele opdrachten houdt, zullen die hun plan ook wel trekken. Van laag naar hoog heb je vervolgens nog quadcore-, hexacore- en octacore-processoren, waarvan een octacore dus de grootste spierballen heeft. De gloednieuwe Qualcomm Snapdragon 8 Gen 1 is bijvoorbeeld een octacore-processor die je in verschillende vlaggenschipsmartphones terugvindt. Razendsnel, maar ook niet goedkoop.
RAM vs. ROM
Voor het leveren van de optimale prestaties wordt de processor nog bijgestaan door het geheugen van de smartphone. Je hebt twee soorten geheugen waar je naar moet kijken: RAM (random access memory) en ROM. Het RAM-geheugen moet ervoor zorgen dat je applicaties vlot draaien en dat je ook zonder haperingen kan switchen tussen verschillende programma’s, terwijl ROM staat voor de totale interne opslag van je smartphone. RAM en ROM staan natuurlijk niet los van elkaar. Als je een applicatie installeert op je smartphone, dan zal die bewaard worden in het ROM-geheugen. Hier staan ook foto’s en mediabestanden in bewaring. Maar wanneer je de applicatie opent, zal die van het RAM-geheugen gebruikmaken totdat de applicatie weer afgesloten wordt. Je kan dus zoveel applicaties tegelijkertijd open hebben staan als dat het RAM-geheugen kan bewaren.
Sluit je de applicatie weer af, dan wordt het RAM-geheugen opnieuw leeggemaakt. De opslag in RAM is dus maar tijdelijk. Wil je ROM-geheugen vrijmaken, dan moet je applicaties effectief verwijderen. Voldoende RAM-geheugen is zeker essentieel voor een smartphone. Omdat je dit anders dan bij een pc niet fysiek kan uitbreiden op het moederbord, ben je afhankelijk van wat de fabrikant biedt. Het RAM-geheugen van smartphones start vanaf 2GB, maar dit is wel erg beperkt. Sommige gebruikers kunnen toekomen met 4GB, maar wie graag veel apps simultaan gebruikt, zal toch minstens 6 of 8GB nodig hebben. Interne opslag is zeker ook niet onbelangrijk; 8 of 16GB zit al heel snel vol.
Het voordeel van ROM-geheugen is dat je bij veel smartphones nog wel kan uitbreiden met een SD-kaartje, en je kan ook al veel opslag uitsparen door je foto’s in de cloud te bewaren. Zo maak je ruimte vrij voor applicaties. Je zou kunnen zeggen dat meer geheugen altijd beter is, maar het heeft natuurlijk ook maar weinig zin om te betalen voor geheugencapaciteit waar je geen gebruik van maakt.
Display
Het display is een centrale component van elke smartphone; het fungeert als het controlepaneel waarmee je voortdurend in aanraking komt. Smartphonedisplays bestaan in alle vormen en maten. Een eerste aspect waar je naar kan kijken is de grootte van het display. Moet voor jou een smartphone vooral lekker in de hand liggen, dan kan je kiezen voor een smartphone met kleiner display, zoals de Samsung Galaxy S22, die vlot met één hand te bedienen is. Maar pik je onderweg al eens graag een serietje mee, dan is een 6,5-inch-display of groter meer jouw maat. Maakt de grootte niet zoveel uit, dan kan je dieper in de specificaties gaan graven.
Er bestaan verschillende soorten displays; bij smartphones zijn lcd en amoled de meest voorkomende types. Amoled wordt aanzien als de superieure beeldtechnologie van de twee, omdat kleuren beter worden weergeven, maar dat betekent niet dat een lcd-display per definitie slecht is. Ook de beeldresolutie (HD tot 4K), beeldverhouding (standaard 16:9), de pixeldichtheid (ppi) en de helderheid (nits) zullen bepalen hoe het beeld zich presenteert. Een van de meest geciteerde specificaties bij marketeers is ongetwijfeld de verversingsgraad die bepaalt hoe vlot je scrolt. 120Hz lijkt tegenwoordig de maatstaf, maar 60Hz is eigenlijk ook al voldoende. Hou er ook rekening mee dat het beeld een grote impact heeft op de batterijduur. Voor de hoogste beeldspecificaties betaal je dus een prijs.
Wat voor jou prioritair is, is natuurlijk ook een persoonlijke keuze. Misschien vind jij het een bassivereiste dat jouw smartphone mee is met de modernste netwerktechnologieën en fotografieliefhebbers zullen eerst naar de cameralenzen kijken. En net dat maakt het kiezen van je volgende smartphone zo leuk en spannend. We wensen je veel succes met je zoektocht.
